The LUMC magazine “Cicero” covered our Masterclass in Noordwijk. Its a nice description (in Dutch) of two weekend of undergrad-die-hard-epidemiology. One of the students is also interviewed and she concludes:
“Het lukt de docenten om de studenten de hele tijd
te blijven boeien, gedurende twee weekenden van donderdagavond tot zaterdagmiddag. Ik was bang dat ik dat niet zou volhouden. Maar het ging, en het bleef nog leuk ook.”
The text of the article can be found below and here in pdf (cicero 29 jan 2013). More articles etc can be found on the media page.
Een jeugdherberg in the middle of nowhere, slaapzalen met stapelbedden, geen moment voor jezelf, pittige colleges en veel opdrachten: Gesa Tiemeier vertelt over de Masterclass Epidemiologie in Noordwijk die ze pas gevolgd heeft – en is razend enthousiast. Want de cursus was zwaar, maar vooral leerzaam en verrassend leuk.
Nuttig en leuk
De Masterclass Epidemiologie voor studenten Geneeskunde en Biomedische Wetenschappen werd dit jaar voor de vijfde keer gehouden. Als tweedejaars student Geneeskunde was Gesa de jongste van de dertig deelnemers; de cursus is bedoeld voor studenten vanaf het derde jaar. “Ik had in het eerste jaar al epidemiologievakken gedaan uit het tweede jaar, want ik wil niet alleen arts worden, maar ook onderzoek gaan doen. Daarom mocht ik nu al mee”, legt ze uit.
Haar enthousiasme doet niet onder voor dat van twee van de docenten, prof. Friedo Dekker en Bob Siegerink (beiden van de afdeling Klinische Epidemiologie). “Onze afdeling organiseert jaarlijks een Boerhaavecursus Epidemiologie voor artsen op Schiermonnikoog”, vertelt Siegerink. “Ik mocht indertijd als student mee omdat ik bij deze afdeling zou gaan werken als promovendus. En ik vond het zo nuttig en leuk dat ik dacht: zo’n cursus zou voor alle studenten mogelijk moeten zijn. Zo is het idee voor de Masterclass ontstaan en het slaat beter aan dan we gehoopt hadden.”
Fanatiek aan het rekenen
Epidemiologie, is dat niet een abstract vak over grote hoeveelheden getallen en statistiek? “Klopt”, zegt Dekker. “Het gaat erom vraagstellingen voor klinisch onderzoek goed te formuleren, de juiste onderzoeksopzet te kiezen en de verzamelde gegevens op een goede manier te analyseren. Maar als je dat aan de hand van praktijkvoorbeelden bespreekt, is het juist heel levendig. We wisselen colleges af met opdrachten en soms laten we de deelnemers naar een documentaire met een epidemiologische inslag kijken.”
Dat werkt. Gesa: “Het lukt de docenten om de studenten de hele tijd te blijven boeien, gedurende twee weekenden van donderdagavond tot zaterdagmiddag. Ik was bang dat ik dat niet zou volhouden. Maar het ging, en het bleef nog leuk ook.” Siegerink laat een foto zien: “Kijk, op vrijdagavond half tien was iedereen nog fanatiek aan het rekenen. Daarna hebben we tot na middernacht geborreld en zaterdagochtend om half negen zat iedereen weer klaar voor een college statistiek. Het verbaast me nog steeds.”
Erebaantje
Het kan niet anders of de studenten steken er veel van op. Dekker: “Ze hebben ook epidemiologie gehad in het reguliere onderwijs, want kennis van dat vak hoort tot de basisvaardigheden voor elke arts. Dat is voldoende om een wetenschappelijke publicatie kritisch te kunnen lezen. Maar studenten die het onderzoek in willen, hebben meer nodig. Voor hen is de Masterclass bedoeld. Doordat de studenten hier zo intensief met de epidemiologie aan de slag gaan en de theorie die ze krijgen meteen moeten oefenen, maken ze zich de stof echt eigen en ontstaat een veel dieper begrip. Dat levert straks betere onderzoekers op. Niet alleen op onze eigen afdeling, maar overal in het LUMC.”
Veel studenten hebben dat door, want er zijn elk jaar meer aanmeldingen dan plaatsen; de docenten pikken de meest gemotiveerde gegadigden eruit. Er haakt nooit iemand halverwege af.
Ook de docenten leren er altijd weer van, vinden Dekker en Siegerink. “Je kunt iets honderd keer uitgelegd hebben, en het toch de volgende keer opeens zelf pas goed snappen. De promovendi die we als docent meevragen vinden het een erebaantje.”